Europese richtlijn liften basis voor Nederlandse wet - Liftinstituut - Alles voor veiligheid (2024)

De Nederlandse overheid heeft ervoor gekozen waar mogelijk Europese veiligheidseisen in de Nederlandse wet te implementeren. De Europese eisen voor liften zijn vastgelegd in de Richtlijn liften.

RICHTLIJN LIFTEN –EEN ALGEMENE UITLEG

De Richtlijn liften 95/16/EG, of Liftenrichtlijn,is van toepassing op vast opgestelde liften in gebouwen en bouwwerken en opveiligheidscomponenten en geeft de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen betreffende het ontwerp, bouw encertificatie van nieuw in de handel te brengen liften en veiligheidscomponenten. Met betrekking tot de Richtlijn liften biedt Liftinstituut3 soorten keuringenaan.

In Nederland is de richtlijn opgenomen in het Warenwetbesluit liften. De ingangsdatum van de Richtlijn liften en van het Besluit liften is 1 juli 1997. Inmiddels isactualisatie van de Richtlijn liftenaangekondigd. De nieuwe Richtlijn liften 2014/33/EU is gepubliceerd en treedt in werking op 20 april 2016. Er is geen sprake van een overgangstermijn.

De Richtlijn liften verstaat onder ‘lift’: een werktuig dat bepaalde stopplaatsen van gebouwen en bouwwerken bedient, met behulp van een kooi die langs vaste, ten opzichte van het horizontale vlak meer dan 15 graden hellende leiders beweegt, en die bestemd is voor vervoer van

  • personen,
  • personen en goederen,
  • uitsluitend goederen indien de kooi betreedbaar is, d.w.z. dat een persoon er zonder moeite kan binnen gaan, en uitgerust is met bedieningsorganen die in de kooi of binnen het bereik van een zich daarin bevindende persoon gesitueerd zijn.
    Liften die een volstrekt vaste baan in de ruimte volgen, al bewegen zij niet langs leiders, vallen ook onder de toepassing van de richtlijn liften (bijvoorbeeld door schaarconstructie geleide liften).

UITZONDERINGEN

De volgende typen liften worden uitgezonderd van het toepassingsgebied van de richtlijn:

  • kabelinstallaties voor personenvervoer,
  • liften voor militaire doeleinden of het handhaven van de orde,
  • mijnliften,
  • toneelliften,
  • liften die in vervoermiddelen zijn ingebouwd,
  • liften die met een machine zijn verbonden en uitsluitend bestemd zijn om de toegang tot de werkplek mogelijk te maken,
  • tandradbanen,
  • bouwliften.

DOELSTELLINGEN RICHTLIJN

Nationale regelgeving op het gebied van liftveiligheid van de lidstaten van de Europese Unie is vervangen door de Europese Richtlijn Liften. De Richtlijn is gebaseerd op twee belangrijke doelstellingen:

  • Het wegnemen van handelsbelemmeringen: liften en veiligheidscomponenten die worden geproduceerd in overeenstemming met de Richtlijn Liften mogen binnen de gehele EU vrij worden verhandeld.
  • Het verhogen van de gebruiksveiligheid: de Richtlijn Liften stelt hoge eisen daar waar het gaat om het waarborgen van veiligheid en gezondheid.

Binnen dit kader schept de Richtlijn een grotere ontwerpvrijheid voor fabrikanten. Het kiezen van alternatieven ten opzichte van de in de geharmoniseerde Europese normen aangegeven mogelijkheden is nu mogelijk. De gekozen alternatieven moeten zodanig zijn dat hiermee wordt voldaan aan de in de Richtlijn vastgelegde fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen. Het voldoen aan deze fundamentele veiligheidseisen moet in dat geval met een risicobeoordeling worden aangetoond.

Voor het in de handel brengen van liften en veiligheidscomponenten kan de fabrikant kiezen uit meerdere zogenaamde overeenstemmingsprocedures. Door het volgen van één van deze overeenstemmingsprocedures moet de fabrikant vaststellen of het product aan de eisen uit de richtlijn voldoet.

Afhankelijk van de gekozen overeenstemmingsprocedure worden de hierbij noodzakelijke werkzaamheden door de fabrikant en/of door een aangewezen keurende instantie (Notified Body) verricht. Kiest de fabrikant ervoor deze werkzaamheden zelf te verrichten, dan moet hij werken met een door een Notified Body gecertificeerd kwaliteitsborgingssysteem. De eisen die de Richtlijn stelt moeten hierin verwerkt zijn.

De fabrikant kiest zelf de overeenstemmingsprocedure die het beste bij hem past.

CERTIFICERING VAN DE LIFTINSTALLATIE IN HET KADER VAN DE RICHTLIJN LIFTEN

De liftinstallatie moet in zijn geheel beschreven worden volgens de regels van de richtlijn. Hierin worden o.a. alle gebruikte veiligheidscomponenten vastgelegd.

De installateur van een lift heeft de keuze uit vijf certificatie-mogelijkheden:

  • Indien de lift is ontworpen in overeenstemming met een lift die een EG-typeonderzoek (module B) heeft ondergaan, wordt voor de bouw, de installatie en de keuring één van de volgende procedures toegepast:
    –de eindcontrole door een aangemelde instantie, of
    –het kwaliteitsborgingssysteem voor de produktcontrole (module E), waarbij een aangemelde instantie het kwaliteitssysteem certificeert en toeziet op de instandhouding daarvan, of
    –het kwaliteitsborgingssysteem voor de produktiecontrole (module D), waarbij een aangemelde instantie het kwaliteitssysteem certificeert en toeziet op de instandhouding daarvan.
  • Idem als mogelijkheid 1, doch de lift is ontworpen in overeenstemming met een modellift die een EG-typeonderzoek (module B) heeft ondergaan.
    Idem als mogelijkheid 1, doch de lift is ontworpen in overeenstemming met een lift waarvoor een systeem van volledige kwaliteitsborging (module H) is gehanteerd, aangevuld met controle van het ontwerp van de lift, wanneer dit niet geheel voldoet aan de geharmoniseerde normen. Een aangemelde instantie controleert het ontwerp, certificeert het kwaliteitssysteem en ziet toe op de instandhouding daarvan.
  • Eenheidskeuring van de lift (module G) door een aangemelde instantie.
  • Toepassen van een systeem van volledige kwaliteitsborging (module H), aangevuld met controle van het ontwerp van de lift, wanneer dit niet geheel voldoet aan de geharmoniseerde normen. Een aangemelde instantie controleert het ontwerp, certificeert het kwaliteitssysteem en ziet toe op de instandhouding daarvan.

De installateur moet voor elke lift, die conform één van bovenstaande mogelijkheden is gecertificeerd en waarvan is geconstateerd dat deze aan de richtlijn voldoet, een verklaring van overeenstemming opstellen en de CE-markering op de lift aan brengen.

AANGEMELDE INSTANTIES

De Minister van SZW wijst instanties (Notified Bodies, zoals Liftinstituut) aan, verlangt daarbij als aanwijscriterium o.a. erkenning door de Raad voor Accreditatie (RvA) en toetst zonodig of voldoende specifieke deskundigheid op het gebied van liften aanwezig is bij kandidaat-instanties. SZW ziet vervolgens toe op de aangemelde instanties en maakt daarbij gebruik van de toezichtresultaten van de RvA.

KANTTEKENING T.A.V. MODULES

De genoemde modules zijn modules van het Modulebesluit 93/465/EEG. In de Liftenrichtlijn zijn de modules uitgewerkt en op onderdelen, zoals vereiste deskundigheid van de aangemelde instanties, controle van het ontwerp en de omvang het toezicht nader ingevuld.

KANTTEKENING T.A.V. MODELLIFTEN

Een modellift is een representatieve lift waarvan het technisch dossier laat zien hoe de fundamentele veiligheidseisen in acht worden genomen voor liften die van de modellift zijn afgeleid. Toegestane variaties tussen de modellift en de daarvan afgeleide liften (met de maximum- en minimumwaarden) moeten in het technisch dossier van de modellift zijn aangegeven.

KANTTEKENING T.A.V. GEHARMONISEERDE NORMEN

Geharmoniseerde normen zijn in opdracht van de Commissie van de Europese Gemeenschappen opgestelde Europese Normen, waarvan de referenties in het Publikatieblad van de Europese gemeenschappen bekend zijn gemaakt.
Dit zijn de Europese normen EN 8-1 en 2, 3e druk 1998, die onlangs ook in het Nederlands zijn verschenen.

RELATIE MET HET BOUWBESLUIT

In het Bouwbesluit, een besluit waarvan de meeste bepalingen niet gebaseerd zijn op een Europese richtlijn, is een aantal specificaties m.b.t. later in te bouwen liften opgenomen. In de Liftenrichtlijn is in artikel 2 bepaald, dat Lid-Staten maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat degene die verantwoordelijk is voor de verwezenlijking van het gebouw of het bouwwerk en de installateur van de lift elkaar in kennis stellen van de nodige gegevens en passende maatregelen treffen ten einde de goede werking en het veilig gebruik van de lift te waarborgen.

In het Bouwbesluit zijn geen certificatieprocedures voor de constructeur voorgeschreven. Artikel 2 is bedoeld om problemen te vermijden bij de toepassing van de diverse certificatie-mogelijkheden.

TE CERTIFICEREN VEILIGHEIDSCOMPONENTEN IN HET KADER VAN DE RICHTLIJN LIFTEN

De volgende veiligheidscomponenten moeten in het kader van de Richtlijn Liften worden gecertificeerd:

  • Op- en neerwaarts werkende vangen
  • Snelheidsbegrenzers
  • Leidingbreukbeveiligingen
  • Buffers
  • Grendels
  • Printen

De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde heeft voor veiligheidscomponenten de keuze uit drie certificatie-mogelijkheden:

  • EG-typeonderzoek van de veiligheidscomponent (module B) gevolgd door produktcontroles (module C) door een aangemelde instantie (Notified Body).
  • EG-typeonderzoek van de veiligheidscomponent (module B) door een aangemelde instantie en het toepassen van een kwaliteitsborgingssysteem voor de produktcontrole (module E), waarbij een aangemelde instantie het kwaliteitssysteem certificeert en toeziet op de instandhouding.
  • Toepassen van een systeem van volledige kwaliteitsborging (module H), waarbij een aangemelde instantie het kwaliteitssysteem certificeert en toeziet op de instandhouding.

De fabrikant of zijn gemachtigde moet voor elk veiligheidscomponent, die conform één van bovenstaande mogelijkheden is gecertificeerd en waarvan is geconstateerd dat deze aan de richtlijn voldoet, een verklaring van overeenstemming opstellen en de CE-markering op de veiligheidscomponent aanbrengen.

VERSCHILLENDE SOORTEN KEURINGEN VOOR DE RICHTLIJN LIFTEN

Liftinstituut biedt de volgende keuringen aan m.b.t. de richtlijn:

  • Eindcontrole
  • Ingebruiknamekeuring
  • Periodieke keuring

De keuringstijden zijn gerelateerd aan de omvang van de installatie.

Bij deeindcontrolewordt de installatie getoetst aan de richtlijn, waar onder meer gecontroleerd wordt of de beschreven gecertificeerde componenten zijn toegepast en of niet wordt afgeweken van de (eventuele) modelomschrijving.

De eersteperiodieke keuringvindt plaats 12 maanden na de ingebruiknamekeuring. Het afgegeven certificaat na goedkeuring is 18 maanden geldig, zodat vervolgens elke anderhalf jaar een nieuwe periodieke keuring zal moeten plaatsvinden.

Europese richtlijn liften basis voor Nederlandse wet - Liftinstituut - Alles voor veiligheid (2024)

FAQs

Waar moet een lift aan voldoen? ›

Elke lift moet zijn voorzien van een inspectiebesturing en blokkeerschakelaars in te betreden delen van de schacht. De blokkeerschakelaars moeten toegankelijk zijn vanaf de toegang tot de schacht. In de uiterste standen van de kooi mag zich geen gevaar voor verpletteren voordoen.

Hoeveel mensen mogen er in een lift? ›

Voor gebruik van de liften zijn er de volgende adviezen: • Niet meer dan 2 personen tegelijkertijd in de lift. Bij kleine liften is dit vanzelfsprekend maar 1 persoon.

Wat is de liftrichtlijn? ›

De richtlijn liftveiligheid (2006/42/EG en gewijzigd door 2014/33/EU) werd door de Europese Commissie ingevoerd om een ​​geharmoniseerde veiligheidsnorm te garanderen bij het ontwerp en de productie van liften in de hele Europese Economische Ruimte .

Zijn er normen voor liften? ›

Voor huisliften zijn de aanbevolen Indiase normen IS 14665 en IS 15259. Als het een lift zonder machinekamer betreft, is dat IS 15785, en als het een hydraulische lift betreft, IS 14671.

Hoe oud mag een lift zijn? ›

Afhankelijk van de kwaliteit gaat een lift 15 tot 20 jaar mee. In deze periode moeten wel de staalkabels en de frequentieregelaar vervangen worden.

Kan een lift zomaar naar beneden vallen? ›

' Ook de fabel dat een lift zomaar naar beneden kan vallen, veegt Van Vliet van tafel. 'Dat denken mensen vaak wel, maar dat is niet mogelijk. Er zitten veel draagkabels aan zo'n lift.

Kan de zuurstof opraken in een lift? ›

Voor mensen met liftangst is dat een verschrikking. Zij zijn vaak bang dat de lift vast komt te zitten en dat ze dan niet genoeg lucht hebben. Gelukkig kan de zuurstof in een lift nooit opraken.

Hoe wordt de liftcapaciteit bepaald? ›

Om de capaciteit te berekenen, deelt u de totale gewichtslimiet door het gemiddelde gewicht per persoon . Bijvoorbeeld, als de gewichtslimiet van de lift 408 kg is, is de capaciteit zes personen (408 kg / 68 kg per persoon). Pas de capaciteit aan als de lift vaak zware voorwerpen vervoert of rolstoelen kan vervoeren.

Wat is de OSHA-veilige lift? ›

De tilvergelijking stelt een maximale belasting van 51 pond vast. Deze belasting wordt vervolgens aangepast op basis van hoe vaak u tilt, hoe ver u uw rug draait tijdens het tillen, de verticale afstand die u overbrugt terwijl u de last tilt, de afstand van de last tot uw lichaam, de afstand die u aflegt terwijl u de last tilt en hoe gemakkelijk u de last kunt vasthouden.

Hoe groot moet een lift zijn? ›

In het Bouwbesluit is vastgelegd dat een personenlift een liftkooi en een vloeroppervlakte moet hebben van minimaal 1,05 bij 1,35 meter. Ook moet de lift rolstoeltoegankelijk zijn. Bij woongebouwen met meer dan zes woningen geldt dat het vloeroppervlak 1,05 bij 2,05 meter moet zijn.

Wat is de levensduur van een lift? ›

Gemiddelde levensduur van liftonderdelen

Aggregaat (voor hydraulische liften): Het aggregaat van een hydraulische lift, inclusief de pompmotor en kleppen, heeft doorgaans een levensduur van ongeveer 25 jaar.

Hoeveel aarding is er nodig voor een lift? ›

Het bovenstaande gaf aan dat er aarding moet worden aangebracht, maar er is geen codevereiste voor een speciale aarding . Maar om een ​​weerstandsventiel van 1 ohm te bereiken, is het beter om een ​​aardingsput te hebben, maar deze kan ook worden toegewezen, alle liften worden gecombineerd tot 2 geluste aardingsputten om de weerstand te bereiken.

Hoeveel verdiepingen lift verplicht? ›

Op grond van dit eerste lid moet een woongebouw met 4 of meer verdiepingen altijd een personenlift (als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid) hebben. Bij iedere toegankelijkheidssector is het nodig dat hoogteverschillen groter dan 2 cm door een personenlift of hellingbaan worden overbrugd (zie ook artikel 4.27).

Hoe groot moet een lift zijn voor een brancard? ›

Volgens het Bouwbesluit moet een brancardlift aan minimaal de volgende eisen voldoen: Minimale omvang: 1.050 x 2.050 mm. Minimaal hefvermogen: 1.050 kg. Afmetingen deurbreedte: 850 mm.

Top Articles
Latest Posts
Recommended Articles
Article information

Author: Edwin Metz

Last Updated:

Views: 6690

Rating: 4.8 / 5 (58 voted)

Reviews: 81% of readers found this page helpful

Author information

Name: Edwin Metz

Birthday: 1997-04-16

Address: 51593 Leanne Light, Kuphalmouth, DE 50012-5183

Phone: +639107620957

Job: Corporate Banking Technician

Hobby: Reading, scrapbook, role-playing games, Fishing, Fishing, Scuba diving, Beekeeping

Introduction: My name is Edwin Metz, I am a fair, energetic, helpful, brave, outstanding, nice, helpful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.